Gedragsverandering is de leefwereld

Gaat het uiteindelijk niet allemaal om gedragsverandering?

In Nederland besteden wij jaarlijks vele miljarden aan interventies in het sociaal domein.  Dit bedrag van ongeveer 13 miljard bestaat natuurlijk voor een deel uit uitkering voor de bijstand,  materiele voorzieningen bij de WMO zoals hulpmiddelen en woningaanpassingen en natuurlijk ook uitvoeringskosten. Maar voor een belangrijk deel bestaan deze uitgaven uit interventies die inwoners moeten helpen om meer zelfredzaam te worden. Dit type interventie zien we onder andere bij de  jeugdzorg, de begeleidingsfuncties binnen de WMO, de algemene voorzieningen en de werkbegeleiding die door gemeenten wordt aangeboden. De kernvraag bij deze interventies is dan ook, wat leidt er dan tot deze gewenste zelfredzaamheid?

Door het aanleren van vaardigheden en het positief beïnvloeden van het gedrag, worden mensen in de regel meer zelfredzaam. Maar binnen de WMO bijvoorbeeld wordt er door gemeenten en zorgaanbieders vooral gekeken naar het formuleren van doelen en eindresultaten in plaats van het beschrijven van gewenst gedrag en het aanleren van het type vaardigheden. Door te denken in termen doelen en resultaten ( systeemwereld) vergeten we waar het feitelijk om gaat, namelijk gedrag en vaardigheden (leefwereld) en juist op dat punt verliezen we de inwoner.

Wat is er voor gedragsverandering nodig?

Aan de hand van de ‘Theory of planned behaviour’, van Icek Azjen kijken we naar de randvoorwaarden voor gedragsverandering.  Icek Azjen is een van de meest invloedrijke wetenschappers binnen de sociale psychologie. Zijn onderzoek is invloedrijk geweest in diverse gebieden zoals reclame, gezondheidspsychologie en milieu psychologie.  Zijn theorie van gepland gedrag is toonaangevend en wordt door onder andere Ben Tiggelaar[1] gebruikt (we zullen daar later nog later nog op ingaan). Laten we dit model eens nader bekijken. Voordat mensen de intentie (veranderbereidheid) krijgen om over te gaan op ander gedrag zijn er drie variabelen die de mate van deze intentie (motivatie) beïnvloeden. Inzicht in deze variabelen is van belang voor effectieve interventies.

  • Attitude, de wil om te veranderen. Dit gaat over de houding of mening van iemand over een bepaald onderwerp.  Bijvoorbeeld, ‘de Corona maatregelen vind ik onzin’. Het gaat hierbij vooral over willen.
  • Sociale norm, moeten veranderen. Wat is de norm binnen de sociale omgeving van een persoon. Iedereen leeft in zijn eigen ‘sociale bubbel’ en deze is van grote invloed op ons gedrag.  Als er in mijn omgeving niet wordt gerookt dan zal mij dat helpen om te stoppen met roken
  • Waargenomen gedragscontrole, het kunnen veranderen. Dit gaat over het kunnen. Denk ik dat ik deze gedragsverandering  zou kunnen uitvoeren?

.

Theory of planned behaviour van Icek Azjen

Hoe kunnen we het beste veranderen?

Ben Tiggelaar heeft een groot aantal interessante boeken geschreven en op Youtube tref je leerzame filmpjes van hem aan.  Een van zijn boeken is ‘de Ladder’. Dit handzame boek beschrijft op begrijpelijke manier waarom veranderen zo lastig is en welke randvoorwaarden daarvoor noodzakelijk zijn.  Deze ‘ladder’ sluit goed aan op de hierboven beschreven theorie van Icek Azjen.  Als er dus een veranderplan wordt gemaakt let dan vooral goed op de onderstaande elementen van deze ladder.

De ladder van Ben Tiggelaar
  1. Doel: Kies bij voorkeur een ontwikkeldoel en geen prestatiedoel (zoals zo vaak in de WMO-plannen).  Bij voorkeur één doel tegelijkertijd en formuleer helder het waarom van dit doel..
  2. Gedrag: Formuleer gewenst gedrag zo concreet  en helder mogelijk. Maak de eerste stapjes zo eenvoudig mogelijk en maak het aantrekkelijk.  Vaak zien we in de praktijk dat doelen onvoldoende worden vertaald in gewenst gedrag en dat is echt een belangrijke voorwaarde om te kunnen veranderen.
  3. Support: Veranderen is een gevecht tegen gewoonten. Goede supportmaatregelen zijn daarbij erg belangrijk. Hulp van je sociale omgeving kan erg belangrijk zijn maar ook geheugensteuntjes zoals het hangen van reminders op de koelkast, spiegel of buitendeur.  Begin 2020 zagen we dat het door de overheid  gewenste coronagedrag overal werd ondersteund met support maatregelen zoals, stickers, verplichte karretjes in de supermarkt en spotjes. Kortom organiseer een aantal supportmaatregelen om te kunnen veranderen.  Dit zou dus ook een onderdeel moeten zijn van het plan een zorgaanbieder.

Kan gedragsverandering worden gemeten?

Omdat het veranderen van gedrag en en het aanleren van vaardigheden de basis vormen van veel interventies heeft de Effectenmonitor een leefwereldinstrument ontwikkeld om dit proces te ondersteunen en inzichtelijk te maken. Daarvoor gebruiken wij het internationale gedragsmodel van Prochaska & DiClemente, het Stages of Change model. Het model beschrijft 5 fasen van gedrags- verandering. Er bestaat formeel  ook een  6e fase waarin mensen soms terugvallen naar een ander niveau.  Wij richten ons in dit model  op 5-fasen van veranderen. Onderstaande tabel geeft inzicht in de veranderfasen van de Effectenmonitor.

Webinar

In september organiseren wij een Webinar over gedragsverandering. Door een mail te sturen aan info@effectenmonitor.nl onder vermelding Webinar zorgen wij dat u hiervoor op tijd wordt uitgenodigd.

[1] Ben Tiggelaar is een onafhankelijk schrijver, spreker en gedragswetenschapper. Hij studeert al ruim 30 jaar op de onderwerpen leiderschap en verandering.